Selecteer een pagina

“Wat heb je voor me meegebracht, magom-, magom-, magommetje” echode het in mijn hoofd toen ik vanmorgen wakker werd.” Wat is een magom?” dacht ik meteen. Het klinkt exotisch al doet de rest van het lied oerhollandsigheid vermoeden. Er kwam “Brandewijn met suiker” en “Wie moet dat betalen?” naar boven drijven. Daar lag ik dan.

Ik was ook nog alleen. In gezelschap associeer je meestal de boel samen wel aan elkaar. Zo is een poelepetaat een verkorting van poule pintade. Poule is kip in het Frans en pintade is gespikkeld in het Spaans en zo ben je terug bij parelhoen wat het is. Logisch. En voor mensen met kleine mensen in de omgeving Leiden, het is ook de naam van de kinderboerderij bij kasteel Keukenhof.

Maar een magom? Uit proberen te rekken? Mag- homme dan hebben we al een man. Mag van magreb? Dat het eigenlijk om je ome uit Marokko draait? Of misschien is het magon in plaats van magom? Dat zou fraai zijn, daar er drie anarchistische, vrijheidsstrijdende broers zijn met die naam, Enrique, Jesus en Ricardo Magón. Dat ze na de Mexicaanse revolutie nog even naar hier zouden zijn gekomen om ons wat socialistische principes bij te brengen?

Nee. Een magom is niks. Magom-magom-magommetje is doebie-doebie-doebie. Ze komen juist wel uit verre landen. Ze nemen een doos vol chocolaatjes mee. De brandewijn met suiker is voor zoete lieve Gerritje. Hij wordt afgerekend door de eerste boer de beste.