Selecteer een pagina

De vergeten stad. F.A. Breysse

N.V. Drukkerij de Spaarnestad – Haarlem

oorspronkelijk La Cité Oubliée – Editions Fleurus-  Parijs

Ik had nog nooit van F.A. Breysse gehoord toen ik in de kringloopwinkel twee boeken van hem tegen kwam. ‘De vergeten stad’ en ‘De berg der verschrikking’. Harde kaften en een ongebruikelijk formaat. Vierkant. Beide exemplaren waren duidelijk liefgehad door vorige eigenaren, altijd een goed teken. Ik nam ze mee. Ik startte met ‘De vergeten stad’.

We beginnen in de Himalaya waar een ruigbesnord ruiter zijn baas informatie geeft over twee vreemde sahibs die dra zullen arriveren voor een feest bij de Maharadja. Men besluit tot ontvoering over te gaan.

We switchen naar de sahibs, onze helden vermoed ik, die op een boot zitten. Omdat ze jeugdig zijn dragen ze korte broeken. Terloops wordt er een soort Bianca Castafiore geintroduceerd, zij zal een vers maken straks op het feest.  De jongens ontschepen.

De boeven die zich voordoen als de chauffeur herkennen de twee meteen. Geen van de andere gasten hebben een aap en een hond bij zich. Ze worden ontvoerd maar Titus en Balbo -Titus is de hond en Balbo is de aap- ontsnappen. Binnen drie plaatjes rijdt er een bekende voorbij, piloot Bob, en die rijdt ze naar de maharadja voor overleg.

Tegelijkertijd crasht het vliegtuig waarin Oscar en Isidoor -zo heten de helden- naar de bergen worden gevlogen in een sneeuwstorm. Een moeflon ziet het allemaal gebeuren. Zij hebben niets, maar de boeven zijn er slecht aan toe. Ze zijn vrij. Gelukkig zijn er truien en is er cognac.Ze lappen de schurken op en gaan op weg. Dan komen ze uit bij de andere boeven en zitten ze alsnog vast. De hoofdschurk is een voormalig minister die gedwarsboomd is doordat de maharadja een diamant terug had gevonden. De jongens hebben hierbij geholpen, daarom is de man boos.

De boeven sturen een boodschapper met de eisen, de vrienden ontsnappen met hulp van de zoon van de piloot van de ontvoering. De piloot werkte slechts mee onder dwang, hij is ‘een goeie’. Deze keer wordt er maar éen opnieuw gevangen en niet allebei. He,he, zeg. Hij struikelt voor het oog van een Tibetaanse monnik die wegens de naderende dood nog eenmaal naar zijn geboortestad op weg is. De stad is verlaten en dat stemt de monnik droevig. Terwijl Isidoor een Shiva-beeld imiteert sterft de monnik. Isidoor trekt zijn kleren aan en neemt het levensgeheim van de stad mee, wat de monnik nog even opschreef. Helaas voor ons in Thai.

Iedereen zoekt de vrienden nu, de boeven, de ruiters van de maharadja en het vrolijke duo aap en hond. De dieren vinden Isidoor, op de voet gevolgd door Bob. Ze vallen allemaal net niet in het ravijn en het avontuur kan verder. Dat komt goed uit want inmiddels is de schurk zo boos geworden dat hij Oscar wil doden. Dat moet boven op de berg gebeuren met behulp van een wilde mustang. De goeien komen net op tijd. Iedereen is gered. Helaas

De boef is wel weer ontsnapt. Die wil nu dan maar de stuwdam kapot maken om de stad te laten overstromen. Deze keer is het Mohan, de zoon van de piloot, niet Bob maar de andere piloot, die voor de boeven moest vliegen, die met gevaar voor eigen leven iedereen gaat waarschuwen. Er is weer een storm. Toch lukt het. Zijn paard is wel dood.

Oscar en Isidoor bekijken de ravage.  De stad is verwoest. Ze redden de dichteres van pagina vier van een dak, en vissen het geheim van de andere stad uit hun bagage. Er moet een poort van het leven open gezet worden. Ervan uitgaand dat dat zal lukken verkassen ze alvast de gehele bevolking naar de nieuwe stad. Het lukt en ha, ha, de aap, die wat lui is, krijgt een nat pak! De boef is niet gevangen, die is vast nodig voor een volgend avontuur. Einde.