Ik was afgelopen week weer eens in hipsterland terecht geraakt. Het was mijn eigen schuld want ik had mede een uitgeverij opgericht, en dat vierden ze binnen de ring. Dat mede oprichten was een weinig bewust proces geweest, het werd ergens gepusht, ik was benieuwd naar de boeken en dan viel de prijs best mee. En omdat ik laatst heel blij was om mijzelf vermeld te zien in een boek wat ik jaren daarvoor gecrowdfund had maar nooit ontvangen, koos ik voor de ijdele optie. In de loop van de daarop volgende weken las ik een en ander over vermeende arrogantie van de oprichters en de betweterigheid van jeugd in het algemeen. Ik werd er een beetje bang van.
Maar goed. Het was de mensen gelukt en er was een aftrapfeest in Amsterdam. Speciaal voor de gelegenheid had ik mijn trui aangedaan waarop een duif geappliceerd zit. Ik vind duiven typisch Amsterdams. In de trein richting 020 las ik dat de dresscode zwart met goud was. Dat had ik dus in ieder geval verkeerd. Uiteindelijk droeg een van de twee uitgevers iets met een smoking blouse en jasje en de andere een vaalzwarte spijkerbroek met dito t-shirt erboven.
Enfin. Fashionably late begon het geheel en het startte weinig arrogant. Iedereen was blij, het was een beetje klef, er was een mooie uiteenzetting van verwachtingspatronen en uiteindelijke resultaten, iedereen was blij en geweldig en of we allemaal nog een keer wilden klappen. Na een schrijver of drie had ik het wel door, en toen de uitgevers zelf wederom naar het voetlicht gehaald werden, was de ontlading van dat ze niet geslapen hadden van de spanning, de ontroering die ze voelden nu het gelukt was en de schouders die ze eronder zouden zetten, wel erg groot. Alles met gebroken stem en trillende lip.
Mijn stem was inmiddels ook gebroken, al had dat waarschijnlijk meer te maken met de opkomende griep die ieder kwartier moeilijker te ontkennen viel. Dus toen ze elkaar nog net niet afgetrokken hadden op het podium was het startonderdeel voorbij. Nu zou het deel komen wat me vooraf het leukste had geleken, de totaal niet bij het niet al te jonge, nogal witte publiek passende Fresku en dan een DJ-setje of wat dansen. Wat jammer dan weer dat mijn hoofd inmiddels bijna uit elkaar spatte van ellende, en de tocht naar huis een stuk aangenamer zou zijn als deze niet een wandeling van een half uur en het nachtnet zou bevatten. Kwam nog bij dat er buiten inmiddels windkracht negen huishield, een factor om mee te nemen als je het OV wilt trotseren.
Terwijl ik met driekwart van de aanwezigen de zaal uit stroomde, kwam de lichting mensen die geen zin in het gepraat had gehad binnen. Zij kwamen alleen dansen. Het was het nog even extra wachten om het eerste boek -wat voelt dat fijn mensen- mee te kunnen nemen, in een milieuvriendelijk doch niet weerbestendig linnen tasje.
Wat ze niet lukte was me het gevoel geven er echt onderdeel van te zijn of te kunnen worden. Uiteindelijk voelde ik me toch weer een provinciaal die erin getrapt was. Graag gedaan.