Er lag een schilderij op straat.
Het was niet nat.
Het was niet vies.
Het was wel kapot.
Twee dikke scheuren,
dwars door het doek.
Het moest er net liggen.
Ik liep voorbij.
Ik keek om.
Ik aarzelde.
Ik liep terug.
Ik raapte het op.
Het was een beetje stoffig.
Ik rook aan het schilderij.
Ik was even bang dat er
al door een hond op geplast was.
Het was vergeling.
Het schilderij stelt een zebra voor.
Deze zebra staat voor een grotere zebra.
De voorste zebra is groen met roze strepen.
De maker heet KvD.
De datum is 8-8-’07.
Ik vind het een lelijk schilderij.
KvD had niet veel verstand van zebra’s.
Ik denk dat iemand veel van KvD hield.
En het daarom bijna 10 jaar heeft bewaard.
Ik ga het schilderij repareren.
En dan geef ik het aan mijn vriend.
Die houdt van zebra’s. En van mij.