COMES – DE LEVENDE GOD
Ik had het boek meegenomen van een rommelmarkt omdat ik het kleurgebruik van science fiction strips uit eind jaren zeventig zo mooi vind. Het boek is uit 1980 en Comes is de tekenaar. Ik dacht dat de god zo zou heten. Net zoals ik kort gedacht heb dat het “I’m Robin, The Liquor Store” was. De Scabs bestaan nog steeds en staan 8 september op Frietrock te Ieper.
Nee, Comes is kort voor Didier Comès, geboren te Sourbrodt. De levende god is het eerste deel uit de vierdelige reeks Ergün de dolende, zo leer ik van Wikipedia. Comes zelf maakte enkel de eerste twee delen, de laatste twee zijn van Benoit Peters. Al maakt die normaliter allen scenario’s.
Hier dan even het verklapalarm. Ik spoiler het hele boek kapot zodat je het niet zelf hoeft te lezen.
Laten we eens aan het verhaal beginnen. Ergün is een man met wit haar en een donkere blik. Hij krijgt panne met zijn raket en landt op een hem onbekende planeet. Hij valt midden in een jachtpartij van krijgers op reptielige rijdieren met een soort steampunkhelmen. Hij is onder de indruk tot hij ziet dat de prooi een peuter met bloemetjeshaar is. Dat kan natuurlijk niet. Hij redt de peuter. Dan komen er allemaal bloemenvrouwen tevoorschijn en Ergun mag mee naar hun basecamp dat in de boomkruinen van het oerwoud ligt.
Ze vertellen. Er is een levende god die hen achternazit. Niemand weet waarom of hoe hij eruit ziet. De krijgers zijn zijn helpers en heten de Wrakas. Bloemenvrouwen hebben vlindermannen. Die wonen ergens anders.
De volgende pagina’s zijn bij de levende god thuis. Hij zit in een stenig tempelcomplex en is heel boos dat de patrouille geen deerne ving. Hij heeft ze ontzettend nodig. Waarom wordt nog niet verteld. Spannend hoor.
Terug naar de jungle. Ergün’s feest is klaar maar niet voordat hij met de opperbloem gezoend heeft. Die Ergün toch. De volgende dag komen de vlindermannen, die vallen aan en ontvoeren Maanparel, Ergün’s net verworven liefde. Met een beetje martelen komen de dames te weten waarom de heren aanvielen. Hun prins is ook ontvoerd en die zouden ze terugkrijgen als ze Parel kwamen brengen. Tuurlijk.
’s Nachts gaat Ergün naar de tempel om zijn bloem te bevrijden. Het is een hele klim omhoog. Nadat dat gelukt is wordt hij gevangen genomen, nog even getoond aan zijn geliefde en in een gracht vol skeletten gepleurd. Er gaat een hekwerk omhoog en daar komt…
een vreselijk grote reuzeslak. Die langzaam probeert Ergün dood te plakken. Hij krijgt genade van de god, maar die vindt ie stom dus dat neemt ie niet aan. Hij mag een donkere cel in. Hij krijgt vergiftigd water en wij krijgen een pagina vol blote vrouwen want dat is waar Ergün van hallucineert. De volgende dag komt er een monnik langs, Ergün overmeestert deze en vermomd gaat hij weer op zoek naar de bloemenvrouw. In de tempel ontdekt hij een standbeeld van een kosmonaut. En een oude capsule. Hierin ontbreekt een van de drie personen. Dat moet dan de levende god zijn. Een mens die misbruik maakt van de goedgelovigheid van de lokale bevolking.
Dan is er nu een gevecht met de dwerg en zijn tarantula die ik eerder in het verhaal niet de moeite vond om te noemen. Ergün wint. En bevrijdt zijn meisje. Ze ontsnappen met vlieggordels uit de capsule uit het tempelcomplex. Net op tijd komen ze bij het begin van de junglestad want de anderen zitten hen alweer op de hielen. Ze verbranden een brug en de naarlingen storten in het ravijn.
Nou, verder overleg met de vlinders. Hun prins zit nog steeds gevangen, en hij gaat morgenvroeg geofferd worden. Gelukkig heeft Ergün een plannetje. Hij komt aanvliegen in zijn raket (blijkbaar was de ANWB tussendoor langs geweest) en stapt uit in een ruimtepak. Een nieuwe levende god. Dan laat hij zien dat híj het gewoon is en de echte levende god stormt op hem af. Maar die valt neer. Alle levenskracht op. Daarvoor bleek de levende god de bloemenvrouwen nodig te hebben. Aha.
Ergün ontdoet de god van het masker en jawel, nog een verrassing. Het is de vrouw uit zijn droom. Ze vertelt terwijl ze verschrompelt hoe ze het elixer maakte en dat het niet zo lelijk bedoeld was natuurlijk. Samen met zijn Maanparel trekt Ergun het standbeeld kapot. Nog een laatste zoen en dan is het weer tijd om te dolen. Einde.